Een leeg huis voor
Anthony, da ken toch nie... by:
Mattie
Nu, over tien jaar, wellicht over vijftig jaar. Laat de naam
Anthony Lurling vallen in een willekeurig cafégesprek en Kuipvrees
en Kees Kroket zullen de eerste woorden zijn die vallen. Althans,
bij de gemiddelde voetbalfan in het land. Wij in Breda weten wel
beter. Wij verwennen de ster van weleer met een schitterende
troetelnaam: ‘de Messi van Breda’.
Of het nu de Messi van Opheusden (Navarone Foor – Vitesse), Messi
van de Balkan (Alen Halilovic - HSV) of de Afrikaanse Messi
(Christian Atsu – Newcastle) is, allemaal kregen ze het stempel van
de Argentijnse dribbelaar toen ze nog in de wieg lagen. Er is
echter een uitzondering op die regel. Onze eigen Anthony, die werd
daadwerkelijk vergeleken met de wereldster nadat hij zelf ook
briljante acties had gemaakt. Hij deed zijn bijnaam eer aan.
Het begin
Lurling begon zijn carrière in De Vliert. Samen met Ruud van
Nistelrooy vormde de geboren Bosschenaar een geweldig aanvalskoppel
in de eerste divisie. Van Nistelrooy maakte al snel de overstap
naar Heerenveen. Teun niet, die wilde zijn jeugdliefde eerst naar
de eredivisie brengen om het vervolgens een niveautje hoger te
proberen.
Zo geschiedde. In het voor ons zo rampzalige seizoen 1998-1999
schoot Anthony zijn Den Bosch naar de titel en eerste divisie, om
vervolgens naar Friesland te gaan. Daar tussen de Friese meren en
onverstaanbare mensen kon de Bourgondische Anthony uitstekend
gedijen. In zijn eerste seizoen kwalificeerde hij zich meteen voor
de Champions League met de Friezen. Anthony werd ook nog eens
clubtopscoorder met achttien doelpunten. De top lonkte.
Die top kwam enkele seizoenen later. Feyenoord (toen nog top) bood
de aanvaller een vierjarig contract aan en de aanvaller hapte
gretig toe. Lurling kon niet aarden in de Kuip. Het befaamde
legioen dat er altijd prat op gaat de spelers te steunen, liet het
afweten. De Kuip liet zijn ware gezicht zien en Anthony werd de
zondebok.. En na twee rampzalige seizoenen vertrok hij met de
staart tussen de benen bij de havenslaven.
De parel van het zuiden
En toen kwam er verlichting in zijn leven. Na de donkere dagen in
Rotterdam, ging hij weer stralen bij ´de parel van het zuiden´.
Eerst één seizoen op huurbasis. Het was een seizoen zoals NAC er
zoveel heeft gekend. Te groot voor het servet, te klein voor het
tafellaken. NAC werd vijftiende dat seizoen. Maar dat was achteraf
niet belangrijk. Herinneringen en gevoelens zijn namelijk niet
terug te vinden in getallen. Nee, dat seizoen was een klein
vlammetje ontstoken in het hart van Teun en natuurlijk in het hart
van de supporters. Een klein opkomend brandje, dat later zou
uitmonden in een woeste vuurzee die het hele Rat Verlegh in zijn
greep zou hebben.
Maar voordat Anthony definitief zijn intrek nam in het Rat Verlegh
voetbalde hij nog bij zijn jeugdliefde, in Keulen en bij onze buren
uit Waalwijk. En toen kwam eindelijk het verlossende woord. Het is
eind juni 2007 en Anthony gaat een affaire aan met een club die
uiteindelijk zijn tweede liefde zal worden.
Held
In die zes en half jaar die volgt bouwt Teun aan een waar
heldenepos in Breda. Scoren doet de Brabander niet veel. Maar als
hij scoort zijn het doelpunten om van te houden. Pareltjes die
ingelijst horen in het rijksmuseum van het Nederlandse voetbal. Wie
herinnert zich niet mei 2013, toen hij met twee assists en twee
doelpunten NAC in de eredivisie hield, terwijl de rest van het
elftal als een geslagen bokser al knock-out op de grond
lag. Het kenmerkt Lurling wel dat hij voordat hij zijn show
opvoerde eigenlijk al rood had moeten hebben.
Maar er waren meer hoogtepunten in het NAC-shirt voor Lurling. Zelf
noemt hij die schitterende solo tegen PSV of de overwinning
op Ajax in de beker als favoriet. Zo zijn er talloze apotheosen die
aan het oeuvre van Lurling zijn toe te voegen. Die andere NAC-held
Babos zal nog wel eens wakker worden toen Lurling de verdediging
van NEC zijn hielen liet zien en de bal iets wat gelukkig langs de
verbouwereerde Hongaar schoot.
Maar Lurling had meer dan dat. Hij had de NOAD die we zo vaak
misten sinds zijn vertrek. Hij wist hoe hij met het publiek moest
omgaan. Hij was oud, wijs, maar niet versleten. Maakte net op tijd
dat ene overtredinkje waardoor de tegenaanval werd gestaakt. Door
dit soort dingen was Lurling niet geliefd bij zijn tegenstanders en
vooral supporters van de tegenpartij.
Uitgekotst
Steevast als ‘de Messi van Breda’ in de Kuip kwam of een ander
vijandelijk stadion kwam rolde over duizenden kelen liederen over
Lurling. Zijn moeder zou het oudste beroep ter wereld beoefenen,
hij zou een matennaaier zijn en allerlei andere verwensingen werden
geschreeuwd door volle stadions. René van der Gijp zou zeggen;
,,als zoveel mensen het roepen zal er wel een kern van waarheid in
zitten.’’ Bij NAC weten wij beter.
We gaven hem de warmte van het Rat Verlegh. Hij gaf ons doelpunten,
lijfsbehoud en NOAD terug. De resultaten in de periode dat Lurling
de koning van Breda was zijn niet om over naar huis te schrijven.
Natuurlijk was er die uitschieter in zijn eerste seizoen toen NAC
onder Ernie Brands derde werd. Maar in de daaropvolgende jaren werd
de geelzwarte trots achtste, tiende en drie keer dertiende.
Resultaten waar we nu trouwens meteen voor zouden tekenen.
Maar NAC ontliep met die drie dertiende plaatsen degradatie dankzij
Teun en niet ondanks. De hel van vrijdagavondwedstrijden had zomaar
een paar jaar eerder bij NAC kunnen inslaan. Die drie extra
jaartjes in de eredivisie zijn voor een groot conto op het blazoen
van Anthony Lurling te schrijven. Alleen al daarom moeten we morgen
massaal afreizen naar het Rat Verlegh.
Vol huis
Want een leeg huis voor Anthony, da ken toch nie. We staan bekend
als hondstrouw. We komen massaal als Jong Ajax of Emmen op bezoek
komen. We juichen elke week om een broodvoetballer die vanuit
Manchester wordt geleverd en volgend seizoen zomaar bij Fleetwood
Town zijn pieken kan opstrijken. Daarvoor loopt Breda en omsteken
uit. Maar niet voor Teun. Die ons liet juichen tegen Ajax, NOAD
toonde tegen Roda en zijn spierballen liet rollen tegen de
lampies.
Anthony die verguisd werd door het hele land. Een joviaal gevoel
dat zich van voetbalminnend Nederland meester maakte toen hij in
opspraak kwam door een incident bij Kees Kroket. Stadions die
hem openlijk uitkotste. Maar hij had altijd een veilige haven. Of
het nu het Rat Verlegh was of De Vliert. Hij kon altijd komen. De
supporters van Den Bosch en ons aller NAC vingen hem wel op. Met
applaus en waardering.
Hij zei; ,,mijn hart heeft twee keer twee kleuren, zowel blauwwit
als geelzwart.’’ En wij moeten dat geelzwarte gedeelte weer
een beetje bijkleuren morgenavond. En wat is er dan mooier als Teun
wordt omringd door andere helden van weleer. Je weer even wanen in
het theater van de nostalgie. Dit alles ter faveure van ‘De Messi
van Breda’. Vooralsnog de enige speler die het predicaat ‘Messi
van’ eer heeft aangedaan.
Lurling, bedankt...!